In onzekere tijden op de beurs zoeken beleggers houvast. Deze drie Europese bedrijven – Dassault Aviation, Vinci en AB InBev – hebben elk op hun eigen manier een duurzaam concurrentievoordeel opgebouwd. Of het nu gaat om technologische voorsprong, langlopende contracten of schaal en merkkracht. Het draait hier niet om snelle klappers, maar om ondernemingen met een stevige basis én groeipotentieel.
De enorme uitschieters op vooral de Amerikaanse beurzen (omlaag én omhoog) zijn een mooie aanleiding voor buy-and-hold-beleggers om de blik te richten op Europese beursgenoteerde bedrijven. We lichten drie van deze interessante aandelen uit, die inspelen op uiteenlopende regionale en mondiale economische trends.
Dassault Aviation heeft een stevige strategische positie en een robuust orderboek in een wereld waar defensie-uitgaven stijgen, terwijl AB InBev en Vinci solide fundamentals hebben en profiteren van structurele voordelen in hun markten. Niemand kan voorspellen hoe de handelsoorlog zich ontwikkelt, maar een belegger die zijn huiswerk doet kan kansen benutten.
1. Dassault Aviation (ISIN: FR0014004L86)
Op de dag na de aankondiging van de importheffingen door Trump kwam de Amerikaanse buitenlandminister Marco Rubio met de aansporing aan alle NAVO-landen om toe te werken naar defensiebudgetten van 5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is nog meer dan de Verenigde Staten zelf uitgeven. Europese defensiebedrijven deelden daardoor over het algemeen wat minder in de malaise.
Dassault Aviation geldt als toonaangevende speler in de Europese luchtvaart, waar het zowel in de zakelijke als de defensiemarkt actief is. Het bedrijf rapporteerde nette financiële resultaten over het afgelopen boekjaar, met flinke verbeteringen in omzet en winstgevendheid. De cijfers wijzen erop dat het bedrijf in de defensie-industrie een goede positie heeft om te profiteren van groeikansen.
Het orderboek van Dassault Aviation is goedgevuld, wat de toekomstige inkomstenstroom veiligstelt. Dit aspect is cruciaal in een sector die sterk afhankelijk is van langetermijncontracten. In 2024 haalde Dassault Aviation 10,9 miljard euro aan bestellingen binnen, een toename van 32 procent ten opzichte van het jaar ervoor. De defensie-orderportefeuille is gegroeid van 17,6 miljard euro eind 2021 naar 43 miljard euro vorig jaar.
Investeringen en innovatie
Er is bij Dassault Aviation een duidelijke focus op investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Daarbij staan twee heel verschillende vliegtuigen centraal: de Rafale en de Falcon.
De Rafale is een geavanceerd, multi-role gevechtsvliegtuig dat is ontworpen voor een breed scala aan missies, waaronder luchtgevechten, grondaanvallen en verkenningsoperaties. Dankzij de inzet van hypermoderne avionica (elektronica in de luchtvaart), bewapening en sensoren biedt de Rafale een hoge mate van wendbaarheid en veelzijdigheid. Dassault Aviation heeft contracten afgesloten om de gevechtsvliegtuigen te leveren aan onder meer thuisland Frankrijk, Egypte, Qatar, India en Indonesië.
De Falcon-serie is een lijn van businessjets die luxe combineren met geavanceerde technologieën en operationele efficiëntie, waardoor ze aantrekkelijk zijn voor zowel zakelijke klanten als particulieren.
De vliegtuigbouwer verwacht 25 Rafale- en 40 Falcon-jets te leveren in 2025, wat moet resulteren in een omzet van ongeveer 6,5 miljard euro.
De onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen van Dassault Aviation richten zich verder op gevechtsdrones die de Rafale F5 moeten ondersteunen en op de NGF – de Next Generation Fighter, onderdeel van het grotere Europese Future Combat Air System als opvolger van de huidige gevechtsvliegtuigen.
Dassault Aviation bezit ook 27 procent van Thales, een Frans defensie- en technologiebedrijf dat een aanzienlijk deel van de nettowinst bijdraagt. Het belang is op het moment van schrijven 13 miljard euro waard. Thales levert geavanceerde elektronische systemen en sensoren voor de Rafale-gevechtsvliegtuigen.
Een ander interessant feit is de stevige positie aan liquide middelen (8,5 miljard euro), waar maar beperkte schulden tegenover staan. Volgens analisten van Bloomberg Intelligence kan het bedrijf deze gebruiken om groei te financieren en biedt het ruimte voor dividend en aandeleninkoop. Zij zien bovendien de bijdrage aan de nettowinst van Thales verdubbelen tegen 2029, ondersteund door hogere defensie-uitgaven in Europa.
2. Anheuser-Busch InBev (ISIN: BE0974293251)
AB InBev uit Leuven is de grootste bierproducent ter wereld en is de grootste beursgenoteerde onderneming van België.
De brouwer is ontstaan uit de combinatie van het Belgische Interbrew en het Braziliaanse AmBev, die in 2008 fuseerde met Anheuser-Busch. Later nam het concern nog de Mexicaanse brouwerij Grupo Modelo en SABMiller over. AB InBev heeft een marktkapitalisatie van ruim 100 miljard euro en is daarmee ook veruit het grootste bedrijf op de Belgische beurs. Toch weegt het aandeel niet uitzonderlijk zwaar binnen de Brusselse BEL 20-index. De free float (percentage vrij verhandelbare aandelen) van de brouwer is 45,3 procent, dat wil zeggen dat meer dan de helft van de aandelen in vaste handen zit.
Europese brouwers wisten sinds begin dit jaar sterk te presteren op de beurs. Ook AB InBev deed het een stuk beter dan de Belgische hoofdindex: plus 20 procent tegenover plus 0,2 procent.
Afgelopen boekjaar behaalde de brouwer een bedrijfsresultaat (ebitda) van 19,1 miljard euro (omgerekend vanuit dollars, waarin het bedrijf rapporteert), goed voor een marge van 35,1 procent. AB InBev heeft een lopend aandeleninkoopprogramma van 2 miljard dollar, waarvan ongeveer de helft is gerealiseerd. Het bedrijf heeft aangekondigd het dividend te verhogen naar 1 euro per aandeel over 2024, een stijging van 22 procent ten opzichte van 2023.
Waardevol lokaal
Morningstar-analist Verushka Shetty kent de Belgische brouwer een wide moat toe: een bedrijf met aanzienlijke concurrentievoordelen. Corona en Budweiser behoren tot de waardevolste biermerken ter wereld en AB InBev is de wereldleider in de premium- en superpremium-categorie. Door de gigantische volumes – AB InBev verkocht in totaal 575,7 miljoen hectoliter dranken in 2024, meer dan twee keer zoveel als Heineken – kan het bedrijf profiteren van fikse schaalvoordelen bij inkoop en distributie.
Een cruciale strategie die AB InBev minder kwetsbaar maakt voor handelsbarrières is de focus op lokale productie. In plaats van te vertrouwen op export naar alle markten waar het actief is, heeft de brouwer strategisch geïnvesteerd in lokale brouwerijen.
Het concern wordt beperkt geraakt door invoertarieven, zo geeft analist Celine Pannuti van JPMorgan aan. In de VS is 90 procent van de verkoop lokaal geproduceerd. AB InBev richt zich volgens de Amerikaanse zakenbank primair op organische groei en waardecreatie. De afgelopen twee jaar is het aantal productvarianten met 25 procent verlaagd, wat zorgt voor een sterkere focus op de megamerken die sinds 2021 circa 40 procent zijn gegroeid.
Deutsche Bank verwacht een sterke toename van de vrije kasstroom in de komende vijf jaar, terwijl het kasstroomrendement (vrije kasstroom per aandeel gedeeld door de koers) van AB InBev nu al hoog is in vergelijking met peers uit de niet-cyclische consumentengoederensector.
3. Vinci (ISIN: FR0000125486)
Vinci is een grote Europese speler op het terrein van tolwegen en infrastructuur. Het Franse bedrijf is opgericht in 1899 onder de naam Société Générale d’Entreprises (SGE). In 2000 veranderde het officieel zijn naam in Vinci, een verwijzing naar Leonardo da Vinci als symbool voor innovatie en technische excellentie.
Vanaf dat moment ontwikkelde het bouwbedrijf zich tot een geïntegreerde speler in concessies (rechten voor tolwegen en vliegvelden), energie en infrastructuurbeheer. De omzet steeg vorig jaar met 4 procent, van 68,8 miljard euro naar 71,6 miljard euro, net boven de analistenverwachting. De nettowinst kwam uit op 4,9 miljard euro, de vrije kasstroom op een recordbedrag van 6,8 miljard euro. Dit werd bereikt ondanks een nieuwe belasting op het exploiteren van vervoersinfrastructuur, zo geeft Vinci aan. Het orderboek is gestegen tot 69,1 miljard euro, waarbij opdrachten buiten Frankrijk een steeds belangrijkere rol spelen.
Divisies
Vinci is opgesplitst in drie hoofddivisies, elk met een duidelijke focus en eigen verdienmodellen.
Concessions richt zich op het financieren en exploiteren van infrastructuurprojecten via langlopende concessiecontracten. Denk hierbij aan snelwegen, bruggen en luchthavens. De tak Vinci Autoroutes beheert een van de grootste netwerken van tolwegen in Europa. In Frankrijk alleen al gaat het om meer dan 4.400 kilometer aan snelwegen, wat het tot de absolute marktleider maakt. Vinci Airports is de grootste private luchthavenuitbater: de 72 vliegvelden verwelkomden vorig jaar 318 miljoen passagiers.
Het concessiemodel biedt stabiele, voorspelbare kasstromen over langere perioden. Dat is ook te zien aan de ebitda-marge van 67 procent. In deze markt zijn de barrières voor nieuwe toetreders hoog. Er is een enorm kapitaal gemoeid met de aanleg van een snelweg, en de kans dat benodigde vergunningen verkregen worden, is klein.
De bouwtak van Vinci is betrokken bij grote infrastructurele projecten. Dit varieert van woningbouw en commerciële gebouwen tot complexe civieltechnische werken zoals tunnels, bruggen en stedelijke herontwikkeling.
Daarnaast heeft Vinci twee divisies die zich richten op energie-infrastructuur. Energies is een technisch dienstverlener die werkt aan digitale technologie, industriële automatisering en gebouwbeheersystemen.
Het onderdeel Cobra IS ontwikkelt energie-infrastructuur, zoals grootschalige zonne- en windenergieparken, elektriciteitsnetten, maar ook de bouw en het onderhoud van olie- en gasinstallaties. Met deze activiteiten bevindt Vinci zich relatief hoog in de waardeketen, waar specialistische kennis en schaalvoordelen moeilijk zijn te evenaren.
Investeringen infrastructuur
Vinci heeft een verdienmodel dat steeds meer leunt op de stabiele inkomsten uit tol- en luchthavengelden (63 procent van de operationele winst). Maar het is ook het grootste bouwbedrijf van Europa.
Overheden wereldwijd investeren in vernieuwing en uitbreiding van infrastructuur – een trend die gunstig kan uitpakken voor het bedrijf. Bij Vinci Construction kwamen vorig jaar orders binnen voor 33,7 miljard euro, een stijging van 10 procent ten opzichte van 2023. De groei komt voort uit verschillende grote contracten, vooral in de sectoren duurzame mobiliteit en milieu. Zo mag het bedrijf de nieuwe Red Line-metro in Chicago uitbreiden.
JPMorgan heeft een koopaanbeveling staan voor Vinci, met het oog op de aantrekkelijke waardering, groeikansen voor de energiedivisie en de uitbreiding van luchthavenconcessies.
Ook analist Pierre Rousseau van Barclays denkt dat Vinci met zijn activaportefeuille een gunstige positie heeft. Mogelijke renteverlagingen kunnen nieuwe projecten aanjagen. De wereldwijde verschuiving naar duurzame energie vraagt om aanzienlijke investeringen en technische expertise; Vinci beschikt over de schaal, middelen en kennis om deze kansen te benutten.
Kerncijfers |
![]() Ondernemingswaarde (OW) is de beurswaarde plus nettoschuld (schulden minus cashpositie) en houdt rekening met de kapitaalstructuur van een bedrijf. Dit geeft een completer beeld van de totale overnamekosten, inclusief verplichtingen die een nieuwe eigenaar zou moeten overnemen. Ebitda is de winst voor rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie. Dit maakt vergelijkingen tussen bedrijven met verschillende financieringsstructuren of afschrijvingsmethoden betrouwbaarder. ![]() |
VEB-lidmaatschap |
---|
Nog geen VEB-account? |
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |